Hybride, plug-in of volledig elektrisch. Wat is het verschil en welke vorm van elektrisch rijden past het best bij jou? We overlopen de drie types.
-
In ’t kort
- Drie grote elektrische types: hybride, plug-in & volledig elektrisch
- Het verschil zit in de manier van laden en de combinatie van een verbrandings- en elektromotor
- Het rijbereik verschilt per model, de keuze hangt dus af van je specifieke noden
Conventioneel
Hybride
Plug-in hybride
Volledig elektrisch
Tanken of laden
Rijdt op
Emissie
De hybride
Een ‘gewone’ of zelfopladende hybride moet niet aan de stekker. Dit is de meest laagdrempelige en goedkoopste vorm van elektrisch rijden.
De verbrandingsmotor wordt ondersteund door een kleine elektromotor en een batterij, specifiek voor de korte afstanden en lage snelheden. Zo worden het verbruik en de uitstoot kleiner.
Ideaal voor wie korte ritten maakt of vaak in de file staat.
De plug-in hybride
De batterijen van een plug-in hybride laad je op via het stroomnetwerk (thuis of aan een laadpunt). De accu is groter en je rijbereik dus ook, tot 60 km volledig elektrisch. Plug-in hybrides zijn bijgevolg duurder.
Plug-in hybrides zijn handig voor wie zowel korte als langere trajecten (200 km of meer) aflegt.
Volledig elektrische auto’s
Volledig of batterij-elektrische auto’s hebben geen verbrandingsmotor meer. Dit is de puurste vorm van elektrisch rijden en stoot niets uit als je laadt met groene stroom.
De voorwaarde om van deze auto’s een succes te maken, is dat de batterijen voldoende elektriciteit kunnen opslaan om het rijbereik doenbaar te maken. En dat de laadtijden beperkt worden. De huidige modellen kunnen zo’n 400 km rijden voor ze opnieuw moeten laden.
Aan te raden voor wie een laadpunt thuis, op het werk of in de buurt kan gebruiken.